De jaren 50 waren saai en conservatief. Het gezag van de
overheid en het eigen kerkgenootschap was nog onaantastbaar.
De zogenaamde verzuiling drukte een groot stempel op de maatschappelijke
verhoudingen.
‘Een zaak als de zondagsrust was in de jaren vijftig
een zeer serieuze aangelegenheid. In de tweede Kamer werd
in 1953 bij de behandeling van een nieuw wetsontwerp over
de zondagsrust heftig gedebatteerd over de vraag of het luiden
van kerkklokken op zondag niet in strijd was met de zondagsrust.
Een parlementslid vroeg zich sarcastisch af of Abe Lenstra
op zondag wel een doelpunt mocht maken, omdat dat gejuich
zou oproepen, wat in strijd was met de zondagsrust. Een serieuzer
gevolg van het strikt vasthouden aan de zondagrust was dat
na de watersnoodramp in 1953 de hulpverlening pas laat op
gang kwam omdat de ramp op zondag plaats vond.’
(bron: website w8.nl Vergeten Verleden).
Het was een tijd van hard werken en van weinig veranderingen.
Door middel van de geleide loonpolitiek (i.v.m. het financieren
van de wederopbouw door verbetering van onze concurrentiepositie)
werden de loontrekkers tot soberheid gedwongen. Pas midden
jaren 50 begonnen de lonen te stijgen en nam de welvaart toe.
Door de naoorlogse geboortegolf steeg de bevolking in Nederland
sterk. In de jaren 60 zouden deze mensen zich aandienen op
de arbeidsmarkt. Om toekomstige werkloosheid te voorkomen
bevorderde de regering emigratie.
Vooral in de jaren 50 steeg de werkgelegenheid in de industrie
sterk en nam de werkgelegenheid in de landbouw, door mechanisatie,
fors af.
Toch was de rust in deze jaren bedrieglijk. Toen werd het
fundament gelegd voor de grote veranderingen in de jaren zestig.
De voorboden van deze veranderingen dienden zich aan in de
jazz en literatuur.
Was het in Hauwert in die jaren ook zo saai en kneuterig?
En veranderde er hier ook bijna niets? En wat was de invloed
van de afname van de werkgelegenheid in de landbouw?
Met behulp van de Dorpskoeriers zullen we de gebeurtenissen
van jaar tot jaar volgen.
|